Het gesprek in de klas: "‘Mijn moeder zegt dat vaccineren stom is!"

blog henriette

De discussie komt van de straat de school in. Over vaccineren. Over Zwarte Piet. Over windmolens. Hoe ga je daar als juf of meester mee om? Je kunt denken: ‘Daar ga ik mijn vingers niet aan branden!’ en je gaat zo snel mogelijk over naar het programma van de dag. Je bent bang voor een tweedeling in de klas. Of je ziet al ouders voor je die daar kritisch op zullen reageren – ze vangen iets over het gesprek in de klas en vrezen dat jij met beïnvloeding bezig bent. 

Dit is een column van Henriëtte Hoogenkamp (onderwijsadviseur en opleider bij het Marnix Onderwijscentrum)

En dus blijft het stil in de klas en dat is jammer. Want er gaat een grote kans verloren: in de klas zouden kinderen kunnen leren om goed in gesprek te gaan over moeilijke onderwerpen. Echt naar elkaar luisteren, bereid zijn om je eigen standpunt kritisch te onderzoeken, samen zoeken naar wat wijs is. Wat zou onze samenleving erbij gebaat zijn als mensen dat beter zouden kunnen! 

Toch dan maar over je aarzeling heenstappen en het gesprek gaan voeren over vaccineren, over Zwarte Piet of windmolens ? Nee, dat zou ik niet doen, dat wil zeggen: niet zomaar. Alle kans dat het dan een wedstrijdje argumenteren wordt waarbij verbaal sterke leerlingen het hoogste woord voeren. Dan kan inderdaad die tweedeling ontstaan die je nu juist niet wil. Nee, een open en onderzoekend gesprek over maatschappelijke onderwerpen in de klas vraagt om een aanloop, om oefening. Een hele geschikte en leuke manier om dat te doen is het filosoferen. 

Filosoferen met kinderen

Wat houdt filosoferen met kinderen in? Het is eigenlijk het omgekeerde van wat we vaak op school doen. Daar geven we met onze kennis antwoord op alle vragen van kinderen. Bij filosoferen willen we juist de vragen stimuleren waar geen eenduidig antwoord op is, steeds weer nieuwe vragen. Voor kinderen is dat helemaal niet vreemd, want ze stellen de hele dag door vragen. En ze vinden het enig als ze alle ruimte krijgen om daar volop mee bezig te zijn. Het prikkelt hun fantasie, hun creativiteit en het stimuleert intussen ook de taalvaardigheid. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen er slimmer van worden als je wekelijks met ze filosofeert. 

Hoe begin je? Niet met ‘brandbare’ onderwerpen die veel tegengestelde meningen oproepen, maar met ‘onschuldige’ en leuke vragen. Dan krijgen kinderen plezier in filosofische gesprekjes. Je kunt daar bijvoorbeeld het kaartspel ‘Praatprikkels’ voor gebruiken. Op de kaartjes staan vragen als ‘Vindt een zwaan zichzelf ook mooi?’ of ‘Kun je verliefd worden op een dief?’ Achterop staan doorvraag-vragen als ‘Zou het ook anders kunnen zijn?’ en ‘Is dat altijd zo?’ Je kunt aan het eind van de dag even met de hele klas even ‘kauwen’ op zo’n vraag of in groepjes een kaart laten bespreken. Voor jongere kinderen in groep 1 en 2 zijn er bijvoorbeeld ‘Praatplaatjes’ die op een speelse manier het denk-gesprek uitlokken. Op websites als Denkkaravaan of Filosovaardig vind je allerlei tips voor boeken, spelmaterialen en ook een minicursus filosoferen met kinderen.

Als je je wat vaardiger voelt in het leiden van filosofische gesprekken, ontdek je dat er de hele dag door aanleidingen zijn voor filosofische gesprekjes. En waarschijnlijk ga je het zelf ook steeds leuker vinden. Daarbij maak je natuurlijk ook gebruik van de spelregels op sociaal-emotioneel gebied die je in de klas ook regelmatig oefent, zoals: echt luisteren als iemand iets vertelt, elkaar niet in de rede vallen, doorvragen in plaats van meteen met je eigen menig te komen. Dan voorkom je dat de verbaal sterke leerlingen alleen aan het woord zijn. Ook het filosoferen in kleine groepjes draagt eraan bij dat alle kinderen meedoen.

Leraren die beginnen met filosoferen vertellen vaak dat dit zo goed aansluit bij hun oorspronkelijke motivatie om het onderwijs in te gaan. Ze genieten van de verwondering van kinderen, van de originele opmerkingen die bij filosoferen te beluisteren zijn. 

Kinderen die oefening hebben kunnen opdoen in filosoferen over grappige en speelse vragen, kunnen ook moeilijker vragen aan. Als er dan in de maatschappij ingewikkelde thema’s spelen, hoef je die niet te ontwijken. Je kunt er met de klas over in gesprek. Niet om de kinderen te leren hoe je kunt winnen in een debat. Wel om samen met hen te genieten van vragen, van nieuwe inzichten, van samen wijs-worden. 

Kom maar op met die ‘moeilijke’ thema’s! 

- Henriëtte Hoogenkamp (h.hoogenkamp@hsmarnix.nl)